Blues Peer #33
Peer |
organisation: Blues Peer
|
© Rootsville 2017 |
reporters: Vanessa & Freddie |
|
Zondag en dat betekent ook de laatste dag van deze 33ste Blues Peer. Vooreerst 'het' dorp in voor de obligate spek met eieren en even rondkuieren op de wekelijkse rommelmarkt. Geen koopjes te vinden dus gaat het maar richting Deusterstraat om het laatste luik van de heilige drievuldigheid te gaan beleven. Afscheid genomen van mijn gastvrouw Heidi en gastheer Walter...en Elmo waarvoor m'n eeuwige dankbaarheid voor het onderkomen en gastvrijheid tijdens dit weekend en zo kan ik me nog een laatse keer dit weekend me oppompen. Ook een allerslaatste keer lijken tellen op de camping maar de 'G&T' bij het locale dorpje 'Gevarenwinkel' daar pas ik toch voor. Openen op het middaguur doen we vandaag met het duo Johnny Mars en Michael Roach. Johnny Mars (harp & vocals) zagen we eerder dit jaar nog aan het werk op de Southern Bluesnight te Heerlen met aan zijn zijde een heuse big band. Omver geblazen werd ik allerminst en dus hoop ik maar dat hij hier samen met Michael Roach (guitar & vocals) uit een ander vaatje komt te tappen. Op zijn negende kreeg Johnny Mars zijn eerste mondharmonica. In 1957 speelde hij harmonica in zijn eerste blues band The Train Riders. Zij worden door Mercury Record Company naar Engeland gestuurd, maar keren niet veel later terug naar California waar hij The Johnny Mars Band opricht. Zij spelen op dezelfde plaatsen als Earl Hooker, BB King en blues man Jessie Fuller. In 1972 reist hij samen met zijn vrouw naar Engeland om een nieuwe muziek carrière te beginnen. Hij neemt zijn eerste Europese plaat op ‘Blues from Mars’. Johnny werkt verder aan zijn liefde voor de mondharmonica en geeft shows op verschillende blues festivals in Europa en Amerika. Hij start verschillende projecten om jongeren warm te maken voor de harmonica en hun liefde voor de blues te laten ontdekken. Vandaag wordt hij vergezeld door Michael Roach, medeoprichter van the European Blues Association. Op zijn 27-ste reist hij samen met zijn ouders naar Washington waar hij kennis maakt met de muziek van John Jackson, John Cephas and Archie Edwards. Zij worden zijn mentors in het spelen van de Piedmont blues guitar. Ook Michael verhuist naar Engeland waar hij naast de European Blues Association in 2000 het jaarlijkse evenement ‘Blues Week’ opstart. Tijdens deze bijeenkomst wordt er les gegeven in en lezingen gegeven over de country blues gitaar, harmonica, blues piano en zang. Net als Johnny Mars probeert Michael de mensen te overtuigen van zijn liefde voor blues en roots. Vandaag mogen ze een lesje leren aan de bezoekers van Blues Peer, een les waar we naar uit kijken. Dat we aan het begin van de derde dag van blues peer aangekomen zijn is er aan te merken. De opkomst is wat minder dan de voorbije 2 dagen, maar na het 4-de nummer begon de tent al wat voller te geraken. Deze 2 artiesten hebben de beste blues sound meegebracht om langzaam op te warmen. Ze begonnen met 'Got The Blues, Can't Be Satisfied' van Mississippi John Hurt. 'Rock Me Baby' was al goed om velen te laten meezingen. Met een zweem van country blues vulden ze de set met covers en eigen nummers, 'Be A Man' van het laatste album, de klassieker 'l Shall Not Be Moved' van Pops Staples... En iedereen was opgewarmd voor deze derde dag. (Vanessa) ‘Blues with a twist’. Onder deze woorden betreedt SaRon Crenshaw vele podia. Hij was tien toen hij gitaar begon te spelen en bleek hiervoor een groot talent te hebben. Als fervent Jazz en Rhythm and Blues speler heeft hij met vele artiesten waaronder Jessie James, Tyrone Davis en Chuck Roberson gespeeld. Zo heeft hij ook het voorprogramma mogen spelen voor Robert Cray and B.B.King die tevens een grote inspiratie bron zijn voor zijn muziek. Zijn Gibson gitaar is door B.B.King himself getekend. Hij heeft ondertussen zijn eigen groep, met zijn “Soulvolle” Bluesstem en zijn schitterend gitaarspel zorgt hij steeds voor uitverkochte zalen. Volgens de vele rescenties zou hij een verrassende ontdekking zijn voor diegene die hem nog niet hebben horen spelen. Wel, laten we dan maar op ontdekking reis gaan naar de wereld van de Blues, Soul en R&B. 'You Lie To Me' zong hij, maar er wordt zeker niet gelogen over zijn schitterend gitaar werk. De set staat stijf van gitaar solo's om u tegen te zeggen. Patrick Cuyvers vergezeld het gezelschap aan de Hamont voor 'The Thrill Is Gone', trouwens de B3 van en met Patrick C is ook te horen op het album 'Goin' To Get Deep!'. 'Baby Please Come Home', ‘When My Blood Runs Cold’, veel woorden heeft deze artiest niet nodig, zijn gitaar spreekt voor zich. Als je naar Saron Crenshaw gaat kijken kom je zeker niet van een kale reis terug. Zeer sterk was ook zonder meer zijn versie van Willie Dixon zijn klassieker 'Wang Dang Doodle' een pareltje dat eveneens is te horen op het album opgenomen samen met Blind B' & The Visionairs. Zonder twijfel één van de 'highlights' van het festival en aan alle recaties te horen zal deze 'diamant' volgend jaar op diverse bluesfests te zien zijn en zo hoort het ook want hij kan nog jaren mee. Ook zijn Nederlandse begeleidingsband, Blind B & The Visionairs met Frank Duinham en Bart Kamp mogen zonder meer een eervolle vermelding krijgen. Blues zoals blues hoort te klinken. (Vanessa). Het gaat snel deze zondag middag, met The Bros. Landreth strijken we in Canada neer. Vier bandleden waarvan 2 broers vormen deze groep van roots-rockers. De broers Landreth zijn letterlijk opgegroeid met muziek. Als baby’s sliepen ze in hun wieg onder de tafels van de bars waar hun vader optrad. Toen de jongens ouder werden gingen ze luisteren naar de platen die hun ouders in huis hadden. Bonnie Raitt, Ry Cooder en Little Feat vulden het dagelijkse leven van deze jonge broers. Later begonnen ze samen met drummer Ryan Voth een eigen band en creëerden een eigen stijl door de rootsy swirl van Americana te mixen met hun invloeden uit het hoge noorden. Om hun vader te eren namen de Landreth broers het nummer ‘I am the Fool’ op dat door hun vader geschreven was. Ondertussen hebben ze een eerste cd ‘Let It Lie’ uit en toeren ze de wereld rond met mid-tempo rockers, butter-smooth ballads en cowboy slaapliedjes. Maar geen angst, in slaap vallen zal je zeker niet doen met deze band, daar zullen de stevige slide gitaar solo’s wel voor zorgen. Beginnen deden ze niet met een eigen nummer, maar eentje van Eric Clapton ‘Somebody's Knockin' on My Door’ meteen een goede binnenkomer. Daarna was het de beurt aan hun nummers waaronder die van het nieuwe album. Titeltrack ‘Let It Lie’ mocht natuurlijk niet ontbreken. Vele in de zaal waren verrast van het kunnen van deze toch nog jonge groep uit Canada. Volgens de muziek kenners onder ons doet de stem van Joey Landreth zelfs denken aan die van Jackson Browne. Het nummer ’I Am The Fool’ dat hun vader geschreven heeft staat ook op deze CD en ook op de playlist van vandaag. Op hun eigen speciale manier brachten ze een wonder mooie versie van ‘I'm Going Home’, met 4 stonden ze samen in het midden van het podium, geen drum of bas, enkele 2 gitaren, 1 micro en even de harp. Om meteen daarna er weer stevig in te vliegen met ‘Angelina’ en ‘Our Love’. Vier kerels uit Canada met stevige gitaar rifs, mooie teksten en goede stemmen. Iets zegt me dat we van The Bros Landreth nog veel gaan horen in de toekomst. (Vanessa) Met 'The Magpie Salute' blijven we op zondag enigszins aan de alternatieve kant. Het was gitarist Rich Robersons van de 'Black Crows' die vorig jaar deze ietwat supergroep kwam op te richten. Aan zijn zijde vinden we eveneens uit de 'Black Crows' gitarist Marc Ford die we onlangs nog zagen op 'Duvel Blues'. Samen met Sven Pipien (bass), Joe Magistro (drums) en Nico Bereciartua (guitar) en enkele backing vocals gaan we een beetje terug in de tijd, de era van flower power. Alvorens er aan te beginnen komt een van de technici aandraven met een zuiveringsritueel alsof er voodoo mee is gemoeid. Openen doen ze met 'My Morning Sun'. Nummers als 'Comin' Home', 'Glad & Sorry' en 'Omission' zorgen voor een tweestrijd onder aanwezigen meer dat het geheel een indrukwekkende vertoning weten weer te geven staat buiten kijf. Aan een vaste setlist houden deze Magpie Salute' zich niet en dus heeft ieder concert wel altijd iets van een surprise. Rock 'n roll uit onze hippie cultuur waarbij ze zelfs gaan grasduinen in het repertoire van de 'Small Faces' met onder meer 'Oh La La'. Op momenten is het magistraal wat zij on hier komen te brengen al zijn er ook wel momenten dat het een ietwat chaotisch overkomt maar dat zal wel eigen zijn aan deze supergroep en de periode waarmee ze zichzelf willen vereenzelvigen. Sterk is ook hun versie van '(I Knwo' I'm Losing You' van The Temptations en met 'Thorn in My Pride' is hun passage op Blues Peer voorbij. (Freddie) Op het laatste moment liet Ian Anderson nog weten dat hij zich niet 100% voelde dus moesten ze in Peer de affiche enigszins omgooien. Besloten werd om 'Jethro Tull' enkel plaatsjes naar voor te schuiven zodat de rockers van Canned Heat de eer krijgen om deze editie te gaan afsluiten. Toen de naam van Jethro Tull op de affiche verscheen moest ik toch even het voorhoofd fronsen. Ze worden hier wel vermeld als een bluesband maar horen bij mij en vele anderen toch thuis in het vakje 'Classic Rock' door dat ze door de geschiedenis zijn gegaan als een progressieve rock formatie. Uiteraard zijn Ian Anderson en de zijnen een grote naam waardoor ze toch publiek zullen aantrekken. Toegeven ze zijn ooit gestart in het verre verleden (1968) als een bluesband maar dan kunnen we de Stones daar ook gaan bij zetten want ook die dachten vorig jaar nog met hun 'Blue & Lonesome' dat ze de blues hadden uitgevonden. Naast frontman Ian Anderson en zijn 'fluit' staan hier ook nog op het podium Florian Ophale, Scott Hammond, John O’Hara en David Goodier en net als de aflsuiter van gisteren is het voor Peer ook voor deze band een eerste aantreden. Opkomen doet Ian Anderson nog met diezelfde 'air' als zoveel jaar geleden al is de pose van middeleeuwse minstreel een ietwat moeilijker op zijn huidige leeftijd. Met het aantreden van deze Britse progressieve rockband uit onze geschiedenis van de muziek krijgen we hier een schoolvoorbeeld dat je niet meteen over een ellen lange lijst van hits moet beschikken om een legende te worden. Met enige theatrale inbreng brengt Ian Anderson zijn mix van Keltische folk, rock en pop zich zowat onsterfelijk weten te maken. Zelfs enige invloeden van klassieke muziek zijn meer dan duidelijk hoorbaar waardoor enige interpretatie van JS Bach voor discussie vatbaar is. Uiteraard zijn hier vanavond nummers als 'Minstrel of The Gallery', 'Aqualung' en niet in het minst 'Locomotive Breath' het hoogtepunt van zijn verschijning op 'Blues Peer', al speelt de nodige portie nostalgie ook wel mee. (Freddie) Ondertussen waren we door de vermoeidheid weer vergeten richting 'Backyard Stage' te gaan waar de vele artiesten heerlijke jams wisten uit te mouw te schudden en zo zagen we een gedeelte van de 'Night Time Heroes' hier nog net een show ten beste geven om 'u' tegen te zeggen met in de hoofdrol de Karel. Met deze aangename interludiums op dit kleine podium hopen we maar dat Anna Lee en Walter terug de nodige motivatie hebben gevonden om in 2018 'Backyard Blues' terug nieuw leven in te blazen. Voor Jools Holland & His Rhythm 'n Blues Orchestra is het inmiddels al de derde verschijning hier op de weide van Peer. De laatste keer was in 2008 en ook toen bracht deze Jools Holland een gans gevolg mee naar 'Blues Peer'. Eigenlijk hoor ik liever de muziek dan de man zelf. Net als in 2008 staat ook nu Ruby Turner hem vocaal bij. Met een bezetting van 18 muzikanten is dit grote podium geen overbodige luxe. Naast de vocale versterking van Ruby Turner krijgen we ook nog Louise Marsden en de Britse singer-songwriter Beth Rowley te horen. De rest van dit Rhythm 'n Blues Orchestra ga ik niet opnoemen anders zijn mijn lettertjes al opgebruikt. Indrukwekkend is het allenzins en wanneer ze na een potje boogie woogie officieel openen met de 'Midnight Special' komen de voetjes hier voor het podium in beweging. Zoals het hoort mogen diverse van de meegereisde muzikanten zich in de spotlights soleren en brengen ze nummers gaande van José Feliciano tot Louis Armstrong. Eén van de eerste special guest is Beth Rowley die ons met haar tweede nummer een portie NOLA weet te brengen. Mooie stem en idem verschijning. Tussendoor neemt uiteraard orkestmeester Jools Holland ook het woord en daar komen zelfs enkele woordje Nederlands bij te pas. Tijd om de 2de special guest in het zonnetje te plaatsen en dat is Louise Marsden. Eerste brengt ze samen met Jools een door hem geschreven nummer waarna ze wel een hele tijd terug gaan in de geschiedenis. Met deze 'hit' uit 1780 beginnen ze hier in de tent uit volle borst mee te zingen want iedereen herkent meteen het reggea deuntje van UB40 hun 'I Can't Help Falling in Love' en natuurlijk ook de hit Elvis die hier nog steeds incognito rond loopt ;-) Tijd voor een sanitaire stop??? Alle muzikanten verlaten gezwind het podium behalve drummer Gilson Lavis. Hij mag blijven zitten om hier een denderende drumsolo uit te mouw te schudden waarna dit Rhyhtm & Blues Orchestra gevat weer om het vuur aan de lont komen te steken. Een vast onderdeel van dit orkest is ook Ruby Turner en ook zij was hier met Jools Holland al te gast. Met Ruby wordt de temperatuur hier ook meteen enkele graden de hoogte in gestuwd dus...let the good times roll! Als bisser brenen ze de obligate afsluiter van deze Jools Holland & His Rhyhtm and Blues Orchestra met diens bescheiden hit 'Enjoy Yourself'. Een nummer dat bij de Ska liefhebbers natuurlijk ook is gekend van Prince Buster die het voor hij dit heruitbracht met Jools Holland al de analen wist in te zingen in 1968, en of we ons hebben geamuseerd. (Freddie) Die van Canned Heat behoren al wel tot de pre-historie maar toch kunnen ze soms nog aardig uit de hoek komen. Het waren Bob 'The Bear' Hite en Alan 'Blinds Owl' Wilson die deze legendarische groep in 1965 kwamen op te richten. De enige die zich nog 'Canned Heat' mag noemen is drummer Fito de la Parra. 'Goin' Up The Country', 'Let's Work Together' en 'On The Road Again' zijn nummers die door de jaren heen onsterfelijk zijn geworden. Als op 3 september 1970 Alan Wilson komt te overlijden lijkt het erop of ook Canned Heat komt te sterven. Enkele jaren geleden dook de geest van Alan Wilson terug op in de vorm van zijn Gibson 'Golden Top' Les Paul uit 1954. Deze iconische gitaar kwam terug tot leven en werd de eigendom van Walter De Paduwa aka Dr. Boogie die ervoor bekend stond een nauwe band te hebben met Canned Heat. Door toedoen van Walter heeft gitarist Smokehouse Brown van Johnny Mastro & Mama's Boys er een tijdje op mogen spelen maar helaas is vandaag de dag dit relikwie weerom van eigenaar gewisseld voor een aardige cent. Naast Fito de la Parra staan hier op het podium gitarist Dale Spalding en de ritme sectie bestaat uit bassist John Paulus en bassist Larry Taylor. Met 'On The Road Again' in LP versie openen ze hier alsof het Woodstock betreft. Het wordt grasduinen in het arsenaal van de band tijdens al de jaren en krijgen we hier op Blues Peer nog een feestje als uitsmijter. En wij, wij waren 'on the road again' naar het volgende concert...(Freddie)
Blues Peer zit er weer op voor dit jaar en dus lieve vrienden tot volgend jaar... een impressie van de 'Backyard Stage'...
CU in 2018 op 13,14 & 15 juli
|
more pics on |